CHAPTER 4: HUMANS

In dit hoofdstuk wordt verteld dat onze voorouders (Homosaphiens) hebben ontwikkelingen meegemaakt in het lichaam namelijk in de lengte, in het brein en in de technieken (bijvoorbeeld koken). Ook doen we aan collectief leren, we passen ons aan de generatie, milieu en aan onze soortgenoten. Door collectief leren hebben we talen, warme kleding, gereedschap en nog veel meer gecreëerd. Volgens big history zijn we allemaal afstammelingen van een gemeenschappelijke spitsachtige voorouder.  Ik ben zelf islamitisch en dus gelovig. Ik geloof dat de mensen, de aarde zelf en alle soorten fauna en flora daarop, elk afzonderlijk hun ontstaan te danken aan een goddelijke scheppingsdaad.

Voedsel, migratie & kennis

Mensen maakten gebruik van collectief leren om met nieuwe aanpassingsstrategieën te komen, ze migreerden op zoek naar voedsel en naar omgevingen gingen die ze nog nooit eerder hebben bezocht. Ook veranderde ze landschappen en jaagden ze veel.  Mensen reisden in kleine groepen, hadden etenswaren op voorraad en jaagden op dieren. Hulpmiddelen om te overleven omvatten het beheersende gebruik van vuur en verbeterde kledingtechnologie. Ze ontmoetten ook anderen, vertelden verhalen en wisselden kennis uit door de ontwikkeling van symbolische taal en kunst, zoals tekeningen op grotmuren. De verandering duurde dus enorm lang, maar wel in beweging.

Threshold 6: Collective learning 

Door middel van sterke hersenen, in combinatie met nauwkeurige en veelzijdige symbolische taal is er de nieuwe complexiteit de mens ontstaan, die gebruik maakte van collectief leren.

Ingrediënten               : sterke hersenen 

Goldilocks Conditions: nauwkeurige en veelzijdige symbolische taal

New Complexity         : een nieuwe soort, de mens, die collectief leren gebruikte.

Threshold 7:

Na een tijdje hoefden mensen niet meer te migreren om te zoeken naar eten. Ze verbouwden gewassen en brachten vee groot. Door middel van de kennis die de mensen uit de omgeving hebben geleerd, begonnen ze te experimenteren met landbouw, wat een revolutie werd. Samenlevingen werden verschillend, de bevolking groeide en collectief leren bloeide.

Ingredienten              : steeds dichter bij elkaar komende menselijke gemeenschappen en kennis over het milieu

Goldilocks condition : warme klimaten na de laatste ijstijd en toenemende concurrentie om middelen

New complexity        : domesticatie van planten en dieren en dorpen, steden en agrarische beschavingen